REIZEN
Argentinië

"Dat backpacken van jullie, dat zou ik ook nog wel eens willen doen", riep mijn moeder. Zo gezegd zo gedaan. In 2005 zijn Natascha en ik met mijn moeder een kleine twee maanden door Argentinië getrokken. Vliegticket kopen, rugzak pakken, en maar kijken waar de reis je brengt.

Wat een inmens land is dat, twee maanden is eigenlijk veel te kort! En wat een afwisseling: jungle, bergen, gletsjers, pampa's, vulkanen en woestijnen, Argentinië heeft alles. En wat geweldig om dat een keer samen met mijn moeder te mogen delen ...

Hieronder de afgelegde route, foto's en een verslag van deze reis.

Afgelegde route

Op onderstaande kaart zie je de route die we tijdens deze reis hebben afgelegd. De bestemmingen zijn chronologisch genummerd. Als je je muis over een bestemming beweegt verschijnt de bijbehorende plaatsnaam.

Reisverslag & foto's

Je kunt onderstaande knoppen gebruiken om naar het reisverslag van de desbetreffende datum te springen. De foto's staan onderaan het reisverslag van een bepaalde datum.

 

Argentinië (1)
Ola amigos

Nadat we afscheid genomen hadden van Barbara en Noor op Schiphol kwamen we erachter dat het vliegtuig vertraagd was. Voor ons geen ramp want dat betekende minder lang wachten in Madrid. Zowel in Madrid als in Rio de Janeiro (waar het regende en we het christusbeeld dan ook niet gezien hebben) moesten we aardig wat kilometers aflopen om bij het volgende vliegtuig te komen, maar na 26 uur reizen zijn we dan in Puerto Iguazu. Een liefelijk dorpje waar helaas op zondag geen geld te krijgen is. Gelukkig accepteren ze wel dollars en kunnen we na een hamburger en een biertje in bed storten en 13 uur later pas weer wakker worden.

De watervallen van Iguazu zijn onbeschrijfelijk indrukwekkend, mede doordat je op loopbruggen vlak boven de rand komt waar het water zich naar beneden stort. Er is zelfs zoveel water dat we niet bij de Devil's Throat kunnen komen. Als alternatief lopen we het wandelpad door de jungle met prachtige vlinders, grote leguanen en aapjes.

We trekken verder naar San Ignacio waar we hartelijk worden ontvangen door de eigenares van het hotel die van Duitse komaf is. Grootvader is geëmigreerd naar Brazilië, maar de hele familie spreekt nog steeds Duits. En ze praat graag! In een onooglijk tentje langs de 'snelweg' eten we verrassend lekker. In San Ignacio liggen de ruïnes van een Jezuïetenmissie. Niet heel groot en zo kunnen we 's middags door op weg naar Salta, toch? Pas na anderhalf uur komt een bus opdagen en daarmee blijken we onze aansluiting gemist te hebben. We nemen de bus naar La Resistencia in de hoop dat we daar nog een bus kunnen krijgen. Met de nodige vechtfilms op de achtergrond komen we in La Resistencia aan....

Oeps, foutje, te vroeg uitgestapt. Als we dat doorhebben is de bus al weg. We troosten ons met een biertje terwijl we op een andere bus wachten. In La Resistencia, inmiddels is het half 11 's avonds, is het verdacht stil. Pas de volgende avond gaat er een bus richting Salta.... Na een troostbiertje nemen we een taxi de stad in en dan blijkt de stad eigenlijk reuze mee te vallen. Heerlijk op terras nog een biertje gedronken.

Koen moet er aan geloven, er wordt kunst bekeken. La Resistencia is beroemd om alle sculpturen die door de hele stad verspreid staan. Wij bezoeken ook nog het museo de bellas artes met een tentoonstelling van een onbekende schilder en een schildersatelier. Dan is het genoeg geweest voor Koen. Om zes uur zijn we op het station en drinken nog wat voordat de ons beloofde superdeluxe bus van 7 uur komt. Om kwart over 7 komt een allesbehalve luxe bus voorrijden, ons bed voor de komende 13 uur!

Een beetje moe komen we de volgende morgen op het prachtige nieuwe busstation van Salta aan en zetten ons aan het ontbijt. We checken in in het oude hotel Colonial, dat geurt naar vergane glorie. Na een verfrissende douche en een heerlijke espresso (we hebben nog geen moment te klagen gehad over de koffie hier!) boeken we een tweedaagse tour naar alle highlights van de omgeving en dan bezoeken we de overdekte markt. We proberen de locale specialiteit Hunitas, een in een maisblad gevouwen pakketje van een soort maisbrij, die we niet allemaal even lekker vinden. Als echte toeristen gaan we met de (uiteraard Zwitserse) kabelbaan omhoog naar de Cerro Bernardino waar je een goed uitzicht hebt over de stad.

Als we 's avonds wat willen eten blijkt al snel dat de leefgewoonten hier een stuk anders zijn dan in Nederland en de restaurants dan ook niet opengaan voor half 9. Door deze overmacht ploffen we in de Ierse pub neer. Alles komt goed als we daarna een enorme steak op ons bord krijgen, die ik niet eens opkrijg. Eindelijk het echte Argentijnse vlees!

De volgende morgen blijkt dat we maar met z'n drietjes zijn voor de tour en met onze goed Engels sprekende gids Gabriel gaan we op pad voor 780 kilometer toeren! Het eerste deel loopt langs de spoorlijn van de beroemde tren a las Nubes, die door financiële perikelen niet rijdt. We kunnen dan ook zonder risico op een van de spoorbruggen in de canyon gaan staan.

We klimmen omhoog door het dorre berglandschap en bezoeken onderweg een klein dorpje waar we koffie drinken in een 'restaurant' waar Claudette zich verwondert over de primitieve keuken. Ernaast staat een museumpje waar we Für Elise voorgespeeld krijgen op muzikale stenen.

We lunchen op 4000 meter in een troosteloos mijnstadje voordat we honderd kilometer over een onverharde weg hobbelen naar de zoutmeren. In deze tijd van het jaar zijn ze door al het stof niet wit maar bruin. We maken even een praatje met een van de zoutwerkers. Gelukkig is het volgende deel van de weg weer verhard, want dit was vroeger de gevaarlijkste weg van Argentinië, naar beneden door de bergen. We stoppen even in Purmamarca, maar de souvenirverkopers hebben er niet veel zin in. We overnachten in het liefelijke Tilcara in de Canyon van Humahuaco.

De volgende dag rijden we door deze vallei met de prachtigste kleuren in de bergen. Na een korte stop in Humahuaco hobbelen we wederom over een onverharde weg naar het idyllisch gelegen Iruya helemaal aan het einde van de vallei, diep verscholen in de bergen. Hier wordt ons een heerlijke lunch voorgeschoteld, typisch Andes-stijl, vier verschillende soorten aardappelen, bonen, geitenkaas en ham (met mayo). Ondertussen cirkelen de Condors boven de berg. Een beetje bijgekomen is het tijd om terug te hobbelen. In de vallei bezoeken we nog een prachtige kitschkerk waar het altaar met bladgoud versierd is. Na alle droge berglandschappen is het een verademing om door een subtropisch regenwoudje terug te rijden naar Salta. Doodmoe vallen we na het eten en een biertje in bed.

Uitgeslapen zetten we ons de volgende dag aan de koffie met Liz, onze Engelse vriendin van de vorige trip (bij veel volleyballers nog bekend van het gezellige bierdrinken in de hal). Ondertussen stellen groepen jongeren in traditionele kledij zich op voor een processie rond het plein. Liz is net als altijd een waterval van woorden. Ze wilde graag de vorige avond komen maar had zich bij een optreden van een rockband bezeerd toen ze met haar rug tegen het podium botste.

Na een gezamenlijke lunch nemen we om 7 uur de bus naar Cafayate. Een van de liefelijkste stekjes waar we tot nog toe zijn geweest. Vanmiddag gaan we hiken in de Canyon en morgen gaan we pre-Inca ruïnes bezoeken en wijn proeven. Al veel gezien en nog veel te doen, dus gaan we snel verder. Ciao.

 

Argentinië (2)
Van droog en dor naar iets te nat

Cafayate is een liefelijk dorp. We logeren in een hostel met een leuke binnenplaats en een zwembad, maar na 1 blik op het troebele water besluiten we daar toch maar niet in te springen. We hebben een toertje geboekt naar de Canyon. Onze gids brabbelt veel, maar spreekt geen Engels, maar hij blijkt al snel een heer. We lopen door het droge bekken van een riviertje dat zich uit de bergen naar beneden stort. Het is flink klauteren en Claudette krijgt daarom steeds een hand aangereikt van onze gids. We komen uit op een bergkam met prachtig uitzicht op alle verschillende kleuren die de mineralen in de bergen om ons heen hebben veroorzaakt. We drinken ritueel Mate, ze noemen het thee, maar het is een soort kruidenratjetoe. Daarna kieperen we gewoon van de steile helling naar beneden. Omdat het vulkanisch materiaal is is het een soort kiezelskien. Zelfs Claudette heeft er plezier in.

Dan is het weer eens tijd voor een ruine, Quilmes. We huren een taxi, helaas heeft deze chauffeur wel op traditionele Argentijnse wijze zijn rijbewijs verkregen (gewoon gekocht). We zijn blij dat we heelhuids bij de ruine zijn aangekomen. Weinig spectaculair blijkt, het zijn alleen nog een aantal wanden van de woonhuizen die overeind staan. Ze zijn wel mooi tegen een bergwand geplakt en van bovenaf heb je een goed uitzicht op de vallei. We overleven ook de dodenrit terug en bezoeken een van de bodega's in het stadje. We krijgen een rondleiding en mogen de verschillende wijnen proberen. Het blijkt dat bodega Nanni ook exporteert naar Nederland, maar als we zien wat de exporteur voor etiket erop geplakt heeft weten we waarom er niet veel van verkocht wordt. Met een flesje Malbec nestelen we ons op de patio van het hotel en zo is het leven weer helemaal goed. Kleine tegenslag is dat we de volgende morgen om 6 uur de bus moeten hebben ...

Het blijkt wederom een prachtige busrit door groene bergen, tussendoor een kwartiertje moeten uitstappen omdat er een troep kinderen naar school gebracht moest worden met de bus. Via Tucuman komen we 'avonds in Cordoba aan. Het is even zoeken naar een hotel. Cordoba is de een na grootste stad van het land en is behept met te nauwe stoepen. Het is dan ook in ganzenpas de stad bekijken en de opschepperij over de prachtige koloniale huizen is overdreven.

Na 1 dag zijn we dan ook al weer verder getrokken naar Mina Clavero. Volgens Koen een rustig plaatsje waar we dan ook even bij kunnen komen van Cordoba. Helaas heeft hij buiten de rally van Mina Clavero gerekend die dwars door het dorp wordt verreden. We hebben wel een prima onderkomen gevonden met een enthousiaste jonge hond, een paar katten en een midden in de nacht gesprongen waterslang in de WC ... Dat het er niet zo rustig is als we gedacht hadden is nog tot daar en toe, maar dat het vervolgens ook nog gaat regenen waardoor we niet naar de Condorvallei kunnen is wat minder. We maken wel een leuke wandeltocht langs de door de regen kolkende rivier en benutten de regenuurtjes om een beetje bij te slapen.

Omdat het idyllische Mina Clavero wat afgelegen ligt moeten we een paar keer overstappen in niet geairconditionede bussen om in Mendoza aan te komen. Mendoza is een prachtige stad, met mooi weer, brede stoepen en straten die overschaduwd worden door bomen, heerlijk. Ook hier moet Koen er aan geloven en bezoeken we het museo de bellas artes.

Vanuit Mendoza maken we een tocht naar de Chileense grens, langs mooie berglandschappen en een skigebied naar de Incabrug, een natuurlijke formatie van sedimenten die zich ooit op een gletsjer hebben gevromd. De toer is verder verschrikkelijk, onze gids spreekt een Engels dat zo slecht te verstaan is dat we liever naar haar Spaans luisteren en iedereeen in de bus moet zich persoonlijk voorstellen en iets vertellen over zijn reis, maar niemand zit daar op te wachten. Daarnaast is het blijkbaar moeilijk te zien op welke punt je moet stoppen om een mooie foto te kunnen maken ... We zijn blij als we ons 's avonds aan een biertje kunnen zetten.

Koen's idee om naar Barreal te gaan, een idyllisch bergdorp, blijkt niet uitvoerbaar en daarom trekken we door naar Malargue. Onderweg hebben we prachtig uitzicht op witte sneeuwtoppen en als Koen net bedenkt dat dat een mooi punt zou zijn om een foto te maken stopt de bus. We blijken een lekke band te hebben op een van de mooiste fotopunten tot nu toe. De chauffeurs zijn zo bedreven in het verwisselen van een band dat we nauwelijks dertig minuten vertraging oplopen.

In Malargue worden we opgevangen door een jongen van een hostal, dat een leuk huisje blijkt te zijn waar we hartelijk ontvangen worden. Malargue is een uitgestrekt, droog en warm dorp. Van hieruit maken we een uitstapje naar het 'nabij' gelegen natuurreservaat Payunia, dat bezaaid is met 800 oude vulkaan konen. Nabij betekent wel 200 kilometer heen rijden. De tocht is echter weer mooi, en rijden we in een 4x4 met een keurig Engels sprekende chauffeur. Gelukkig hebben we gezegd dat we geen Spaans sprekende gids mee willen, want anders hadden we nooit in de auto gepast. In de achterbak heeft onze Mario nog een enorme lunch meegenomen die we in het park in de beschutting tegen de wind van een eeuwoude boom nuttigen, terwijl twee Guanacos (ook zo'n Lamakloon) ons nieuwsgierig in de gaten houden.

Vanuit Malargue moeten we eerst drie uur met de bus terug naar San Rafael om daar om half twaalf 's avonds de nachtbus te nemen die ons de volgende middag om drie uur aflevert in het regenachtige Bariloche. Het busstation ligt drie kilometer buiten de stad en een taxi zou dan ook zeer welkom zijn, maar helaas staken die en de bussen ook. Gelukkig is er een handige inwoner die wel wat wil bijverdienen zo op zondag die op en neer pendelt en ons toch naar het hotel brengt.

Alles in Bariloche ademt een Europese sfeer uit. De stichters van de stad komen dan ook uit Duitsland, Zwitserland en Italie. Het weer is helaas ook Europees. Het regent al drie dagen, correctie gisteren sneeuwde het.

We hebben ons vermaakt door een enorm toeristisch bustripje naar San Martin de los Andes te maken (waar het gelukkig nog harder regende) en gisteren in de sneeuw de Cerro Otto op te lopen waar we in een refugio als een Zwitsers chalet warme chocolademelk met apfellstrudel kregen. Daarna door de sneeuw naar beneden glibberen. Claudette heeft hier helaas een stijve kuit aan overgehouden, voor de rest waren we zeer nat en blij dat we ' thuis' meteen onder de warme douche konden springen. Ook vandaag, donderdag, regent het. We hebben nog twee dagen hier voordat we doortrekken naar Calafate, gelukkig hebben we gehoord dat het weer daar nog slechter is....

 

Argentinië (3)
Het klaart op

Als we het al bijna opgegeven hebben in Bariloche is het dan op vrijdag plotseling mooi weer. Koen en ik laten manke Claudette achter in het hotel en wandelen door het skigebied van Cerro Cathedral naar Refugio Frey. Helaas verlaten we op mysterieuze wijze onderweg het pad en belanden we in een moerasweide. Met natte pootjes worstelen we ons door het struikgewas terug naar het pad. Al snel blijkt dat we toch geen droge voeten gehouden zouden hebben als we kuitdiep wegzakken in de sneeuw die rond de refugio ligt. Prachtig, met een bevroren meer. Water drink je ook zo uit dit meer, zo puur is het.

Bijgekomen met een bord pasta lopen we weer naar beneden en kiezen enthousiast voor de langere terugtocht. Alles gaat goed en de voeten beginnen alweer op te drogen, totdat ineens het pad verandert blijkt in een rivier (nee, dat is inderdaad niet raar na vijf dagen regen). Omdat het te ver is om terug te lopen stropen we de broek op en stappen we het koude bergwater in. Met natte pootjes, maar voldaan over de mooie tocht en het prachtige weer drinken we een biertje met uitzicht op de halfwitte/groene pistes.

De dag erna regent het gelukkig weer, zodat we tijd hebben voor wat regeldingetjes. Op het nieuws zien we vaag iets over een staking bij de vliegmaatschappijen, maar daar maken we ons nog niet zo druk over. Als we de volgende dag in de taxi zitten op weg naar het vliegveld begint de taxichauffeur ook over de staking. Gelukkig is hij zo vriendelijk om naar het vliegveld te bellen of onze maatschappij ook staakt. Nee hoor, niets aan de hand, die vliegen gewoon.

Inchecken, kopje koffie, door de poort en daar staat het vliegtuig....maar dat is stuk. We krijgen een lunchbon en de verzekering dat ze een vliegtuig laten aanrukken uit Buenos Aires...maar die is ook stuk. Een snackbon en een bon voor het avondeten en de verbroedering met de rest van de reizigers maken veel goed. Uiteindelijk vliegen we precies 12 uur later en komen we om twee uur 's nachts in El Calafate aan. Na vijf hostals zijn we een uur verder, maar blijkt alles vol, waardoor we de paar uurtjes die we van de nacht nog over hebben in een veel te duur hotel doorbrengen, maar we slapen heerlijk.

De volgende dag vinden we een betaalbaar en goed hotel met een voortvarende madam die alles voor ons regelt voor de komende vier dagen. Het enige dat we zelf nog even moeten doen is een busticket naar de kust. Zo hebben we op een dag het geld voor een hele week uitgegeven, maar hoeven we tot aan Amsterdam bijna niets meer te regelen.

Het eerste is een uitstapje naar de gletsjer Perito Moreno. We hebben geluk, het is een stralende dag. Koen en ik doen een kleine trek waardoor je de gletsjer ook vanuit een andere invalshoek ziet, terwijl Claudette heerlijk in het zonnetje naar het gekraak van het ijs luistert en ziet hoe brokken ijs naar beneden vallen. Erg mooi en indrukwekkend.

De volgende dag gaan we op weg naar het bergdorp El Chalten. Na twintig dagen regen is ook hier de zon doorgebroken en we hebben prachtig uitzicht op Cerro Torre en de Fitz Roy. Claudette hobbelt op haar eigen tempo een beetje door het dorp en door de omgeving. Koen en ik maken een trekking naar een andere gletsjer. Hiervoor moeten we in een harnasje een rivier over steken. Helaas begeeft mijn knie het op het steile stuk naar beneden naar de gletsjer en moet ik onder bewaking van een gids terug. Koen daarentegen heeft nog een paar prachtige uren voor de boeg (met iets te strak zittende stijgijzers) en is nu volleerd ijsklimmer! In ons appartement worden we opgewacht door Claudette en een grote pan pasta!

Ook de volgende dag is het prachtig weer. Koen en ik maken een kleine tocht naar een bergmeer, met wederom prachtig uitzicht op alle besneeuwde bergen. De dag dat we El Chalten weer verlaten regent het.

Om onze een na laatste bestemming te bereiken moeten we 23 uur in de bus zitten. In die 23 uur verandert het landschap nauwelijks, pampa, pampa en nog meer pampa, met een klein stukje ZEE. Puerto Madryn is een havenstad die door alle toeristen bezocht wordt, omdat ze graag walvissen willen zien. Wij worden enthousiast gemaakt door onze gids omdat er gisteren Orka's gesignaleerd waren. Helaas moeten wij het doen met zeeleeuwen, zeeolifanten en pinguins die je bijna kunt aanraken. En dat noemen ze dan een mislukte dag.....

Inmiddels hebben de piloten besloten om weer te gaan werken en vliegen we soepel naar Buenos Aires. Een enorme stad, 4 miljoen inwoners in de binnenstad, 14 miljoen in groot Buenos Aires. Dwars door de stad loopt Avenida 9 julio, een zestienbaans 'snelweg', die je niet zo snel even oversteekt. Op donderdag wordt de onbevlekte ontvangenis van de maagd gevierd en is het eigenlijk best rustig in de stad. We lopen een tijdlang door de doolhof van het beroemde kerkhof van Buenos Aires, dat zelf op een stad lijkt met voor alle doden een soort huis, het een nog kitscheriger dan het andere.

De havenwijk Boca is omgetoverd tot een soort theaterstukje voor de toeristen, waar veel tango gedanst wordt op straat en iedereen je graag wat wil verkopen. Op het Plaza de Mayo, waar elke donderdag de dwaze moeders nog demonstreren hebben zich deze keer meer mensen aangesloten bij hun protest en is het een drukte van jewelste.

We lopen naar de oude dokken die geheel gemoderniseerd zijn en het lijkt even alsof we over het KNSM-eiland lopen. Aan een van de kades ligt een oud zeilschip dat 34 keer de wereld over is geweest en nu als museum dient. Het is net Sail.. Voor mij wel de eerste keer dat ik zo'n schip eens goed kan bekijken. Een van de museumstukken is de opgezette scheepshond, die blijkbaar ook nu nog voor een behouden 'vaart' moet zorgen. Op de Nederlandse ambassade hangt een Nederlandse vlag met wimpel, ter ere van de verjaardag van Amalia hebben we inmiddels geleerd.

Zo is onze laatste avond aangebroken. Koen wil dit graag 'vieren' met een echte Argentijnse steak, maar Claudette kan geen eten meer zien en vlucht een theater in. Daarna zitten we allemaal voldaan aan een biertje terug te kijken op een geslaagde reis.

Onze laatste dag. We bezoeken het mooie en pompeuze theater Colon, waar we ook een kijkje krijgen in de ateliers van de kostuum- en decormakers. We drinken wat op een van de meest favoriete uitgaanspleintjes van de stad. Het Plaza Serrano heeft een paar leuke terrasjes, waar je op zo'n warme dag als vandaag (27 graden) heerlijk kunt bijkomen. Als laatste kijken we onder het genot van een pasta naar de WK-loting en merken we dat de Argentijnen respect hebben voor de Naranja Mechanica (Oranje machine), maar dat ze nog nooit gehoord hebben van Ivoorkust. Afwachten dus maar wat het volgend jaar gaat worden. Voor nu een lange terugvlucht naar het koude Nederland.