In 2008 zouden Natascha en ik naar Thailand gaan, om daarna via Laos langs de Mekong af te zakken naar Cambodja. Rode en gele shirts waren het niet met elkaar eens en gooiden roet in het eten: Bangkok Airport werd bezet.
Dus dat werd route-technisch een beetje improviseren. Maar dat is eigenlijk best wel leuk en spannend! Twee dagen voor vertrek werd Bangkok ingeruild voor Kuala Lumpur. Ook goed ...
Hieronder de afgelegde route, foto's en een verslag van deze reis.
Op onderstaande kaart zie je de route die we tijdens deze reis hebben afgelegd. De bestemmingen zijn chronologisch genummerd. Als je je muis over een bestemming beweegt verschijnt het bijbehorende land en plaatsnaam.
Je kunt onderstaande knoppen gebruiken om naar het reisverslag van het desbetreffende land te springen. De foto's staan onderaan het reisverslag van een land.
De vlucht was probleemloos, veel spelletjes gespeeld onderweg, niet geslapen, want voor ons gevoel was het twaalf uur 's avonds toen we aankwamen in Kuala Lumpur. Hier was het ochtend. Met de nieuwe rail naar de stad en even moeten zoeken naar een hotel, omdat het vakantie is. Meteen genoten van het heerlijke voedsel.
De volgende dag de stad te voet verkend, wat een behoorlijke uitdaging is met het gebrek aan stoep. Bij een niet toeristisch tentje geluncht, en dat hebben we geweten, stoom kwam uit onze oren. Natuurlijk ook even op de skybridge van de Petronas-towers gestaan om een mooi uitzicht over de stad te hebben.
Met een zeer luxe bus met broodjes en al naar Penang, waar het gelukkig ietsje koeler was. Ons hotel lag tegenover de Heineken Red Corner beter bekend als het Food Paradise: allemaal verschillende eettentjes rond een groot terras met ook nog live optredens. Heerlijk gegeten. Penang te voet verkend en nog geprobeerd om op de grote heuvel te komen, maar men had een kabel te weinig waardoor de trein niet naar boven reed. Even Zwitserland bellen zullen we maar zeggen.
Met de nachttrein, met heerlijke luxe bediening aan boord en een redelijk comforatbel bed, in 19 en een half uur naar Nakhon Pathom in Thailand, van waar we de bus namen naar Kanchanburi, aan de River Kwai...nou ja, ze hebben na het verschijnen van de film The bridge over the River Kwai een stuk van een andere rivier Kwai moeten noemen, omdat de schrijver van het gelijknamige boek z'n feiten niet goed had.
Een dagje rustig met de trein naar het monument bij Hellfire Pass waar de Australische overheid een stuk van 4 kilometer junglevrij heeft gemaakt, zodat je nu kunt zien waar de dodenspoorweg met veel handwerk aangelegd is. Het rustige treinritje was niet zo rustig omdat het een feestdag was en heel Thailand in de trein leek te zitten. En om het nog wat spannender te maken miste Koen de trein toen hij even uitstapte om rond te kijken... Met vervangend vervoer, achter op een scheurende motor, kwam hij alsnog aan.
Tijdens ons verblijf was het ook de week van de brug over de river Kwai en werd de brug 's avonds verlicht en werd er vuurwerk afgestoken met op de achtergrond het onheilspellende gefluit van een trein. Aan het einde van de show werden honderd lampions opgelaten. Iets minder dramatisch was het bezoek aan de tijger-tempel, waar we al aaiend met de grote katten op de foto mochten.
Na Kanchanaburi naar een van de oude hoofdsteden van Thailand Ayutthaya. In en om de stad zijn nog oude en resten van oude tempels te bewonderen. Na een dag kun je geen tempel meer zien. In 9 uur met de bus naar het Noorden, Chiang Mai.
Chiang Mai is goed ingericht op toeristen, netjes gezegd. We sliepen in een mooi hotel dat een beetje in een achteraf straatje lag, waardoor het heerlijk rustig was. Twee dagen met een jeep door de bergen gescheurd, heel toeristisch op een bamboevlot de rivier afgedreven en een olifantenritje gemaakt (wat kunnen die veel bananen eten), maar de rest van de trip was mooi, enkele bergvolkeren gezien die deels door de regering worden gedoogd omdat dit toeristendollars oplevert. Zo ook de beroemde Longnecks. Nu een tussenstop in Chiang Rai, vlakbij het drielandenpunt van Thailand, Laos en Birma, voordat we doorgaan naar Laos.
Chiang Rai was bedoeld als een rustige tussenstop, even een internet update en dan misschien nog iets in de omgeving bekijken. We kwamen in een niet spectaculair hotelletje, maar werden hier zeer vriendelijk ontvangen door eigenaar Pol en zijn compagnon Kew. En geloof het of niet, Kew is het broertje van Danny. Gek op geintjes uithalen, lachen en spelletjes spelen. 's Avonds aan het barretje van het hotel biertjes gedronken en Pol local food laten halen....pfft, dat is inderdaad spicier dan wat ze ons normaal als toerist voorschotelen.
De volgende dag naar een kitsche geheel witte tempel wat wel een mooie variatie was in het tempelgebeuren. Aapjes kijken bij een tempel die ze als hun huis hebben toegeeigend, de Birmese grens gezien en het drielandenpunt. Terug in het hotel waren er twee Goudse bouwvakkers aangekomen, oef dat werd een zwaar avondje. Gelukkig wonnen Koen en Kew wel met poolen.
Wel de bus gehaald de volgende dag! Naar de grens met Laos, waar het even zoeken was waar we ons stempeltje om het land uit te komen konden halen. Met een bootje de Mekong over en voila we zijn in Laos. Je moet altijd weer een beetje wennen aan het reilen en het zeilen in een nieuw land, de kippen (valuta) krijgen we maar niet onder de knie. Met een minibus (die zijn naam eer aan deed, we kwamen helemaal opgevouwen aan) naar het noorden, Luang Namtha. Hier werden we door twee Aussies (Lewis, 22 en Charlotte, 20) overgehaald om een tweedaagse trekking te gaan doen.
De volgende morgen hadden ook nog vier Britten zich aangesloten. De trekking op zich was niet zo zwaar, al waren we blij weer eens iets aan lichaamsbeweging te doen. Het eten onderweg in de jungle op een palmblad met sticky rice en heerlijke bijgerechten was op zijn minst idyllisch. Om vier uur kwamen we aan in het dorpje waar we gingen overnachten. Prachtig boven op een heuvelrug werden we hartelijk welkom geheten door alle (en dat waren er best veel) kinderen van het dorp. Toen we een rondje gingen lopen was net de vrachtauto met nieuw bouwmateriaal aangekomen. Daar stond het hele dorp maar te kijken. Weer heerlijke sticky rice en verse groente. Na het eten kwam de chief met een vles Lao Lao, een rijstdrankje met 40 procent alcohol. Toen we naar zijn idee allemaal genoeg hadden meegedronken kregen we al liggend op ons comfortabele (ahum) bed een massage, of zoiets. Toen Koen piepte bij het aanraken van zijn kuiten moesten de dames wel erg giechelen.
Na een koude nacht met weinig slaap, was het prachtig om het dorp te zien ontwaken met de wolken die uit de omliggende valleien omhoog kwamen. De terugweg was iets zwaarder maar weer met een heerlijke lunch en genoeg tijd om uit te rusten. En na gedane trekking is het goed bierdrinken met Aussies en Britten.... Alleen de Aussies en wij hebben de bus de volgende morgen gehaald, al kon Charlotte's maag de prachtige rit door de bergen niet waarderen. Om 5 uur 's middags, net toen het ging schemeren, kwamen we aan in Nong Khiaew, wat de Lonely Planet een Awe experience noemt, ongelooflijk mooi en toch een beetje onverwacht. Daarnaast kwamen we in het mooiste onderkomen ever: een eigen bungalow (met een door de tijd van het jaar overdreven elektrische deken) en een balkon met uitzicht op de rivier, wowie.
Omdat het allemaal zo prachtig was een dagje gebleven en een rustig wandelingetje naar een grot gemaakt. In de grot werd ons nog de mogelijkheid geboden om langs een bamboeladdertje een steile wand af te dalen. Een voorbijkomende toerist merkte op dat hij toch echt geen death wish had, dus hebben wij dit aan ons voorbij laten gaan en zijn langs een paadje om de enorme rots heen gelopen. De beloofde waterval bleef uit.
De volgende dag met een bootje naar Luang Prabang, best mooi, maar niet heel comfortabel. We waren blij toen we weer recht op konden staan. Luang Prabang is een rustgevende stad en daardoor vergeven van de toeristen. Een dagje watjes kijken (zo heten de tempels hier) en een dagje naar maar weer eens een mooie waterval. Nog gezellig biertjes gedronken met de Aussies en de Britten en genoten van alle baguettes met ontzettend gezond beleg en de fruitshakes, wat een vitamientjes allemaal...
Na het rustgevende Luang Prabang kwamn we in de feestende meute van Vang Vieng terecht. Op zich niet zo'n groot dorp, maar het ligt prachtig tussen het karstgebergte aan een rivier en leent zich derhalve goed voor outdoor activities. Dus het tuben, kayakken en mountainbiken (wat wij hebben gedaan) is nog wel te begrijpen, maar alle tv-bars waar jongeren op bankjes hangen en naar Friends kijken geeft het geheel iets surrealistisch. Daarnaast werkt alle herrie van de tentjes die elkaar beconcurreren met tv en muziek op je zenuwen, dus zijn we ondanks de heerlijke Indier snel weer vertrokken, naar de iets rustigere hoofdstad Vientiane.
Hier helaas moeten vernemen dat Albert (de vriend van Natascha's moeder) is overleden. We hebben besloten onze trip af te breken en terug te keren naar Nederland.