In 2010 zijn Natascha en ik met m'n moeder (Claudette), m'n zus (Barbara) en haar twee dochters (Noor en Zhong Bing) op rootsreis geweest naar China. Tijdens een rootsreis maken geadopteerden (in ons geval Zhong Bing) kennis met de cultuur van hun geboortestreek. Zhong Bing is geboren in Nanning, een stad in het zuiden van China. We hebben de stad en de prachtige omgeving uitgebreid verkend.
Na drie weken hebben we de familie op het vliegtuig naar Nederland gezet en trokken we zelf verder door China, Laos en Cambodja. Om vervolgens te eindigen op een Thais bounty-eiland.
Hieronder de afgelegde route, foto's en een verslag van deze reis.
Op onderstaande kaart zie je de route die we tijdens deze reis hebben afgelegd. De bestemmingen zijn chronologisch genummerd. Als je je muis over een bestemming beweegt verschijnt het bijbehorende land en plaatsnaam.
Je kunt onderstaande knoppen gebruiken om naar het reisverslag van het desbetreffende land te springen. Voor een aantal landen is het verslag opgeknipt in meerdere delen. De foto's staan onderaan het reisverslag van een land.
Als ik op Schiphol aankom wordt ik enthousiast in de armen gevlogen door Noor en Zhong Bing, die niet kunnen wachten tot ons avontuur in China gaat beginnen. De vlucht gaat soepel en we dutten zelfs een beetje weg. Op Hong Kong airport is het allemaal even zoeken, maar na een reis met de shuttlelijn naar de andere terminal waar we eerst Hong Kong in moeten om onze bagage op te halen en weer in te checken en weer terug te shuttelen, kunnen we doorvliegen naar Nanning waar we worden opgewacht door Cindy.
Vermoeid komen we aan in het zeer luxe Majestic hotel. We kopen een biertje bij de supermarkt en genieten van het buiten zitten in t-shirt. De eerste dag in China is lekker acclimatiseren door lekker door het people's park te wandelen. De volgende dag bezoeken we het kindertehuis waar Zhong Bing woonde en worden we opgewacht door haar pleegouders die heel blij zijn om te zien dat het zo goed gaat met hun 'kleine zwaluw', bijnaam van Zhong Bing. Ze vinden het wel jammer dat ze geen Chinees meer spreekt. We worden zelfs bij de pleegouders thuis uitgenodigd. Ze wonen in een enorme torenflat, zoals de meeste Chinezen in de steden. Koen is gelukkig de enige die de ratten ziet lopen, omdat wij allemaal zijn afgeleid door het enthousiaste onthaal in de buurt waar iedereen zich de kleine Zhong Bing nog kan herinneren. We beloven dat ze over een paar jaar weer terugkomt en dan wel Chinees kan spreken.
Barbara heeft nog een ontmoeting met de agent die Zhong Bing destijds heeft gevonden. Hij vindt het ook heel bijzonder om haar weer terug te zien.
Na deze emotionele periode in Nanning is het tijd om te relaxen. We reizen per 'zachte stoelen'-trein naar Guilin. Het is een harde zit. Gelukkig hebben we twee kleine meiden bij ons, anders was het wel heel krap geworden in de trein. In Guilin lopen we wat rond in het centrum en als we honger krijgen lopen we onze neus achterna het drukste restaurant binnen dat we zien. Het blijkt een voltreffer: Seafood hot pot! Wel een beetje pittig, maar heerlijke gamba's, inktvis en schelpdieren. De Chinese manier van een gamba eten is als volgt: je stopt het gewoon in zijn geheel in je mond en alles dat hard is spuug je daarna weer uit.
De volgende dag is het 1 mei, de vakantiedag van China en wij gaan bootje varen over de Li rivier naar Yangshuo. Net als bijna heel China dus! Gezellig filevaren, maar het uitzicht over het karstgebergte maakt veel goed. Ons onderkomen in Yangshuo met de vrolijke naam The Giggling Tree maakt eigenlijk alles goed. Dit hotel is een verbouwde boerderij die wordt gerund door een Nederlands echtpaar Paulien en Karst (geen geintje), met een heerlijk terras dat uitkijkt over de rijstvelden en het karstgebergte, wat wil je nog meer! Het is een kindvriendelijk hotel waar eigenlijk alle families met geadopteerde kinderen overnachten. De Chinese kinderen hier spreken dan ook met een Fries en Tukkers accent.
Zeer toeristisch gaan we naar de lichtshow van Zhang Yimou (dezelfde regisseur die ook de opening van de Olympische Spelen in Peking heeft geregisseerd). Het overtreft onze verwachtingen. De bergen op de achtergrond worden prachtig verlicht en het schouwspel met meer dan 600 artiesten is overweldigend met veel vuur en rode gewaden, bootjes en trommels. Ook het fietsen en wandelen door het karstgebergte is heerlijk. Natuurlijk moeten we ook de boogvormige maanheuvel beklimmen, wat goed is voor een foto van twee totaal doorweekte mensjes! Het uitzicht is gelukkig geweldig. Als je naar de bergen in de verte kijkt zie je niet meer welke berg voor welke berg staat en het geeft het geheel een zeer mysterieus tintje. Dit zijn precies de bergen zoals je ze altijd in de oude schilderijen van China ziet. Afdalen gaat gelukkig wat soepeler. We laten ons door onze waterverkoopster die mij, omdat we natuurlijk veel te veel betaald hebben, ook de hele weg naar beneden koelte toewuift met een waaier overhalen om bij haar restaurant te eten. Een grote, verse vis met verse groenten en verschillende kruiden kijkt ons vrolijk aan. Ook dit is weer heerlijk. Eigenlijk kun je geen genoeg krijgen van al het verschillende eten hier in China.
The Giggling Tree is inmiddels bezig om een orkest te vormen. Er worden gitaren aangeschaft en iedereen die kan zingen of spelen wordt gevraagd om gezellig mee te doen. De uitvoering van One door Karst is prachtig. We zijn benieuwd of er inmiddels al optredens hebben plaatsgevonden.
Aan alles komt een einde, ook aan ons relaxte verblijf hier in Yangshuo. Vooral Noor en Zhong Bing vinden het verschrikkelijk om van al hun vriendjes en vriendinnetjes afscheid te nemen.
Met ons eigen busje met gids Peter en vrolijk ogende chauffeur Cheng gaat onze reis verder naar de beroemde rijstterrassen bij Ping'an. Dit dorpje ligt boven op een berg en het laatste stuk moeten we te voet afleggen. Gelukkig zijn er een paar tanige oude dametjes die voor een paar euro onze bagage naar boven willen brengen. Het oude dorpje heeft wel gewoon elektriciteit en een hete douche. De ontwikkelingen in China gaan snel. De volgende dag ontdekken we dat aan de achterkant van het dorp inmiddels ook een weg wordt gebouwd, al is deze op sommige plaatsen al niet meer te gebruiken door de aardverschuivingen. Qua verkeer en wegenbouw kunnen de Chinezen nog wel wat leren... We lopen over een mooi pad aan de bovenkant van de rijstterrassen. Koen en ik besluiten ook met twee dames in klederdracht mee te lopen naar hun dorp. Dit blijkt nog een stevige wandeling en klim, maar ook dit dorp ligt prachtig in de rijstterrassen. De dames in dit dorp knippen jaren lang hun haar niet en om wat geld bij te verdienen halen ze hun lange haren voor de toeristen uit de knot. Voor ons tegen de achtergrond van een mooie waterval. In een van de tradiotionele huizen (waarom moet het altijd het hoogstgelegen huis zijn?) maken ze op een houdvuurtje een heerlijke maaltijd voor ons klaar, terwijl oma de theebladeren aan het selecteren is en twee kippetjes om ons heen scharrelen. De rijst komt trouwens wel gewoon uit de snelkookpan!
Na Ping'an gaat de reis verder naar een nog primitiever dorp Chengyang, beroemd om zijn houten wind- en regenbrug. Het onderkomen is Spartaans. Onze badkamer bestaat uit anderhalve 'gerenoveerde' badkamer, waarbij 1 van de twee aanwezige hurkwc's niet is afgesloten en dat ruik je. Claudette en Zhong Bing hebben alleen een hurkwc en hun wasbak staat op het balkon. Om alles nog erger te maken regent het bij aankomst. We vinden onszelf best zielig, todat we de volgende dag met gids Peter door de omliggende dorpjes lopen en zelf bij mensen binnen mogen kijken. Dan is het toch eigenlijk weer vooral interessant. Koen, Peter en ik klimmen nog naar het uitkijkpunt boven het dorp, vanwaar we een mooi uitzicht hebben over het geheel. 's Middags wordt er gedanst op het plein voor de Drum Tower en Noor lijkt met haar blonde haar een grotere attractie dan de danseressen, want alle Chinezen willen haar op de foto. Dat Claudette, Noor en Barbara mee gaan dansen vindt iedereen leuk om te zien. De volgende dag gaan we naar een lokale markt en zelfs Peter kijkt zijn ogen uit. Voor hem is het ook alsof hij veertig jaar teruggaat in de tijd. Het dorp kijkt trouwens ook zijn ogen uit, want Claudette gaat naar de kapper. Komt dat zien! Het wordt wat korter dan de bedoeling is, maar het is wel lekker fris met deze warmte.
We rijden terug naar Guilin vanwaar we naar Hong Kong vliegen. We logeren in een strandhotel op het rustige Lantau-eiland. Attractie hier zijn de loslopende waterbuffels die 's avonds een rondje over het strand lopen en met elkaar dollen. We eten Indiase curry met een blikje bier van 3 euro 50 omdat we laat in het hotel aankomen. Dat moet morgen dan maar beter. Lekker vis en gamba's eten met een stuk goedkoperen biertjes, terwijl Koen en ik een halve dag bezig zijn om een vliegticket naar Chengdu te regelen. Gelukkig lukt dat uiteindelijk. De rest van de familie ligt heerlijk in het zwembad ondertussen. De tweede dag brengen we een bezoek aan de big city. Per veerboot ben je er in twintig minuten. Alleen Claudette en ik zien niet groen als we van de veerboot komen. Hong Kong Central is een claustrofobische bedoening waar alle enorme skyscrapers tegen de berg aangeplakt zijn zonder ruimtes ertussen. Heel benauwend. Na de langste roltrap ter wereld (nou ja, een aaneenschakeling van allemaal roltrappetjes) houdt de familie het voor gezien. Koen en ik gaan nog met de Peak Tram Victoria Peak op. Een prachtig uitzicht, bij helder weer dan, wat we vandaag in ieder geval niet hebben. Op zijn Chinees is van deze attractie een poppenkast gemaakt en moet je als je boven aankomt eerst door een heel winkelcentrum voordat je uitzicht over de stad hebt. Snel terug naar ons rustige eilandje, maar Koen wil niet nog een keer op de veerboot. We vinden alleen niet zo snel de goede metro en laten ons een kaartje voor de veel te dure luchthaventrein verkopen. Op de luchthaven willen we de bus naar ons hotel nemen, maar die gaat maar drie keer per dag en de volgende gaat over anderhalf uur. Dan ook maar een veel te dure taxi. Oef, wat hebben we dat heerlijk koude biertje verdiend.
Het is de laatste avond met z'n allen. We eten vis en gamba's (gewoon op z'n Hollands, eerst pellen) en dan moeten we eraan geloven. Noor en Zhong Bing hebben namelijk flink geoefend op hun optreden op de bonte avond. Gelukkig hebben de dames drie stukjes ingestudeerd, zodat het optreden van Koen en mij niet zo lang hoeft te zijn. Noor en Zhong Bing hebben iets meer talent zullen we dan maar zeggen.
De volgende morgen is het tijd om afscheid te nemen van de familie die terug naar huis gaat. Raar idee.
Onze lange zoektocht naar een vliegticket naar Chengdu heeft wel iets moois opgeleverd: een stopover in Xi'an. Voor Koen en mij natuurlijk even wennen om zonder gids en eigen vervoer op stap te zijn. De bus van het vliegveld de stad in lukt nog wel, maar dan. We hebben geen reisgids voor Xi'an, omdat we dachten dat we hier niet heen zouden gaan. Als dan ook nog het enige hotel dat we bedacht hadden vol is, staan we even met onze mond vol tanden. Niet getreurd, er is altijd wel een Chinees die je wat wil verkopen en zo worden we opgepikt door een propster van een hotel die twee woorden Engels spreekt en ons meesleept naar een hotel waar ze vier woorden Engels spreken. Maar de uit twee verdiepingen bestaande kamer is schoon en ruim met een stevig bed en ligt dicht bij het centrum.
Xi'an is een uit de kluiten gewassen, drukke (je zou het ook heel aardig levendig kunnen noemen), luidruchtige stad. Het is dan ook verrassend dat het fietsen over de oude stadsmuur zo rustig en relaxt is. De stad zelf is op deze zaterdag een soort Koninginnendag in Amsterdam, je ziet alleen maar hoofden en geen stukje straat meer. Zonder stadsgids is het zelf een beetje zoeken en zo vinden we een eetstraatje met allemaal stalletjes en eigenlijk alleen maar Chinezen. Een koud biertje van 620 ml kost hier 30 eurocent! En de noedelsoep is ook hier prima te eten.
De grootste attractie van Xi'an is natuurlijk het terracottaleger. Vreemd genoeg zijn we hier niet de enige toerist... De grootste hal van de opgravingen is zeer indrukwekkend ook al weet de gids niet precies te vermelden wat hier origineel en wat nagemaakt is, hmm, klinkt als de rest van China. Als we nog meegenomen worden naar de signeersessie van de boer die de terracottakrijgers ontdekt heeft, blijkt dat dit eigenlijk zijn zoon is, omdat hij zelf twee maanden geleden overleden is, en aan de posters te zien is dit ook niet de enige signeersessie. Maar ach, toch wel leuk om te zien.
De vlucht naar Chengdu duurt een uurtje en hier hebben we gelukkig wel de beschikking over een Lonely planet. Vandaag zijn we naar de pandas geweest, het nationale symbool van de Chinezen. En ja, ze zijn echt snoezig en zien er zeer tevreden uit als ze op hun bamboe liggen te knagen.
Morgen naar het nationale park Jiuzhaigou op 3000 meter hoogte. Eindelijk weer wat aan onze lichaamsbeweging doen.
Als echte luiaards hebben we bedacht dat we heen vliegen en dan terug de bus nemen. Als we uitstappen in Juizhaigou staan we op een hoogvlakte zo ongeveer tussen de Yaks. We ontmoeten Erika uit Bejing die ons gelukkig een beetje onder de hoede neemt, want niemand schijnt te weten waar ons hotel is. En in het hotel spreken ze ook geen Engels. Natuurlijk krijgt Erika de kamer voor de helft van de prijs! We eten heerlijk in een klein restaurantje en kopen wat biertjes die we op de kamer opdrinken, omdat het buiten inmiddels regent en echt koud is. Gelukkig kunnen we onder de elektrische deken slapen!
De volgende morgen is de camera onvindbaar... K.. voor het laatst gezien in het restaurant, daar is ie nu niet meer. Het politiebureau is nog niet open, dus besluiten we eerst maar naar het Nationaal Park te gaan (220 Yuan entree en nog eens 90 Yuan voor de bus, dat maakt als snel 33 euro!). Het Nationaal Park is prachtig. Alle toeristen (bijna alleen maar Chinezen) blijven braaf op de hoofdweg, waardoor het pad dat aan de achterkant van alle meren is aangelegd heerlijk rustig is. Helaas begint het om 1 uur weer te regenen. We bezoeken nog een Tibetaans dorp, maar houden het dan voor gezien.
Samen met Erika gaan we aangifte doen van de gestoplen camera. Dat gaat allemaal in het Chinees en erg gemoedelijk zegt Erika. Met een prachtige Chinese aangifte duiken we de enige kroeg in. Je mag hier niet alleen drinken, je moet ook wat eten bestellen al zijn popcorn en nootjes genoeg. Van het huis krijgen we nog wat heerlijk Yakvlees erbij. Heel gezellig, maar we moeten ook wel even op de foto met de eigenaar. Benieuwd waar die foto nu te zien is.
De volgende dag is het stralend weer, grrrrrrrrrr. Lekker dagje in de bus, wel een prachtige rit door de bergen.
Zondag in Chengdu gewinkeld om een nieuwe camera te kopen. Gelukkig kun je ook echte spullen kopen in China! Koen blij met een betere telelens en we kunnen weer fotootjes maken. Erg belangrijk want onze volgende trip gaat naar de laagste gletschjer van Azië, dat klinkt indrukwekkend. Het is een Chinees toertje. Dat betekent veel te vroeg worden opgehaald, terwijl de bus pas veel later vertrekt; een gids die geen woord Engels spreekt; overal stoppen om souvenirs te kopen en een slecht hotel. Het is dan ook een koopje zoals Koen zegt.
Op de heenweg staan we drie uur stil voor wegwerkzaamheden. We stoppen bij de indrukwekkende hangbrug waar Mao ooit eens overheen is gelopen. We krijgen in ons smerige hotel een vrij smerig avondeten en komen er op onze kamer achter dat dit een hotel is zonder handdoeken. Gelukkig is er een lief stel (op huwelijksreis) uit het Noorden van China die beide een beetje Engels spreken. We worden meegenomen maar mogen nergens de winkel in (dan vragen ze veel hogere prijzen - al hebben wij daar nooit wat van gemerkt) die voor ons handdoekjes en zeepjes kopen. We mogen niets betalen (we zijn natuurlijk ook sloebers als je dat met Chinese toeristen vergelijkt. Zelfs het koude biertje mogen we niet zelf betalen. We vluchten naar binnen als het gaat regenen.
De volgende morgen regent het nog. Ik krijg van Koen een roze paraplu en een gele poncho! Vervolgens klimmen we een berg op (je kon ook op een draagstoel), terwijl naast ons de gondelbaan vrolijk spint. We krijgen verschillende verhalen te horen over het feit dat we niet met de gondelbaan gaan: hij werkt niet, hij is Chinese makelijk dus gevaarlijk, hij gaat pas om drie uur, hij gaat maar tot drie uur.... Van boven op de berg kun je naar beneden naar de voet van de vieze grijze puingletschjer lopen. Dacht het niet. We lopen terug naar beneden met onze Chinese hoeders en wahten op de nu wel lekkere lunch. Daarna nemen we de gewoon werkende van Zwitsers/Oostenrijkse makelij zijnde kabelbaan (natuurlijk gaan onze Chinese hoeders mee) naar boven. Nog steeds niet veel zicht, maar het regent tenminste niet meer. We klimmen nu wel naar beneden naar de gletschjer. Er hangt wel een soort afzetting van vlaggetjes waarachter het gevaarlijk is, maar ach daar kun je toch gewoon overheen stappen. Veilig klimmen we weer naar boven wat best vermoeiend is op 3200 meter.
's Avonds worden we meegetrokken in het drinkgelag met de Chinezen. Onthoud goed: Ganbei betekent proost, maar ook in 1 keer opdrinken! Het bleef nog lang onrustig in het dorp. De volgende morgen hebben we vier koopstops. Bij de eerste besluiten we nog even mee naar binnen te gaan. Dit is een live versie van Tell Sell met onslijtbare, zeer scherpe messen! Leuke voorstelling. We vernemen hier ook dat de weg is afgesloten... Door alle regen van gisteren is er een aardverschuiving geweest. Door een aardige Chinees worden we vol gestopt met Yakvlees, want je weet maar nooit wanneer we weer wat te eten krijgen. En even later staan we 6 uur lang in de stromende regen stil.... Om elf uur 's avonds komen we afgepeigerd terug in ons heerlijke hotelletje. De douche is fantastisch na dit avontuur!
Door het verlies van de camera zijn we ook onze pandafoto's kwijt geraakt. Niet getreurd, dan gaan we toch nog een keer!
Na bijna twee weken is het tijd om afscheid te nemen van Chengdu. We vliegen in een uurtje (we hadden ook twee dagen in de bus kunnen gaan zitten) naar Lijiang. Het oude centrum van dit stadje is een Unesco-site en op vrijdagmiddag kun je letterlijk over de hoofden van de Chinese toeristen heenlopen. Ons guesthouse zit buiten het centrum en is een oase van rust. We hebben ons eigen terrasje en een bloemrijke binnenplaats die liefdevol door de opa van het gezin wordt onderhouden.
De volgende dag huren we een fiets en fietsen we naar Baisha en Shushe, twee oude dorpjes die nu zijn ingericht met restaurantjes en souvenirwinkeltjes. Wel heerllijk ritje, al had ik nog twee dagen last van een houten bips. In Lijiang is Koen nog een tijdje op zoek naar het hoogste punt voor een mooie foto van de oude daken. We zullen zien wat de foto heeft opgeleverd.
De belangrijkste attractie in de regio is de Tiger Leaping Gorge, zo genoemd naar de legende dat in deze kloof een tijger van de ene kant via een steen naar de andere kant van de kloof sprong. We ontmoeten twee Duitsers die eigenlijk bedacht hadden om een klein loopje te doen maar ter plekke horen dat de weg is afgesloten. Daarop besluiten ze om met ons mee te lopen. Het is een stevige klim en we zijn blij als de Duitse jongen een mooi prijsje met een paardenman weet af te spreken om onze bagage over de 28 bochten te sjouwen, want het is behoorlijk steil omhoog naar 2660 meter. Maar het uitzicht is prachtig. Oh ja, je moet wel betalen om hier een foto te mogen maken!!!!
We dalen af naar Tea Horse (is het nou een spelfout of wat hebben ze hierbij gedacht). We hebben ons voorbereid op een niet zo luxe onderkomen en schrikken ons dan ook de pieletjes als we dit prachtige hostel zien, helemaal opgetrokken van hout met mooie bloemen en een schone kamer met eigen badkamer voor 12 euro! Na een goede nacht is het beter lopen.
De tweede dag voert over een uit de bergen gehakt pad met mooie watervallen en mooie doorkijkjes in de kloof. Het laatste stuk naar beneden is wel weer even pittig. Na de lunch besluiten we een busje terug te nemen over de afgesloten weg. Dit betekent dat we af en toe stil moeten houden als er een dynamietexplosie is en dat we dan moeten wachten tot de grootste stenen voorbij zijn gedenderd voordat we rennend voor ons eigen leven verder mogen. Hmm, een beetje eng en we zijn blij als we veilig terug zijn in Lijiang.
Van Lijiang gaan we met de bus over een prachtige weg door nog mooier landschap naar Shangri-la, ook wel uitgesproken in het Chinees als Shangelila, 3200 meter. Prachtig. Ook hier is de oude binnenstad beschermd, maar het is kleiner en veel minder toeritisch. Ons voornaamste doel is het regelen van een trip naar Tibet en dat doen we dan ook nog dezelfde middag. Een hele boel Yuannetjes lichter besluiten we de volgende dag een taxi te nemen naar de naastgelegen hoogvlakte. Door prachtige bloemenlandschappen, Tibetaanse dorpjes en een grasvlakte vol Yaks lopen we terug naar het dorp. We komen wel een beetje verregend aan, maar een kopje warme thee en een Indiase curry van een Nepalese kok doen wonderen.
Een trip naar Tibet is voor Westerse toeristen duur, omdat je voor alle dagen een gids en een chauffeur moet betalen. We hebben een reis geboekt van 6 dagen (eigenlijk 4,5 als je het reizen niet meetelt). Aangekomen in Lhasa blijkt het hier bloedheet (we komen net uit de natte kou van Shangri-la) en de zon is heel scherp. We hebben een middagje vrij en kijken vooral naar alle mensen en gebruiken. Ons hotel staat tussen het Potala paleis en de belangrijkste tempel, dus kunnen we alles te voet doen. Het is indrukwekkend om alle biddende (zich op de grond werpende) mensen te zien en ook Potala maakt diepe indruk.'s Avonds is het zelfs ronduit romantisch. De Chinezen hebben wel een kitsche watervalshow ervan gemaakt natuurlijk.
De volgende morgen bezoeken we de Jokhar tempel wat een claustrofobische bedoening is. Je krijgt op deze hoogte (3650m) al niet veel lucht, maar met alle brandende wierrookstokjes blijft er helemaal weinig zuurstof over. 's Middags naar het Potala paleis. Hiervan is maar een klein deel opengesteld voor toeristen, maar het is wel een enorme klim, pfffft. Je eigen water mag je niet mee naar binnen nemen, maar boven kun je wel voor veel geld water kopen. Zeg niet dat die Chinezen geen handige handelaren zijn! De rest van de tijd hangen we op een dakterras met een biertje naar mensen te kijken.
Het Sera Monastrie voegt helaas niet veel toe aan eerdere indrukken en het museum is dicht. Zo is het enige leuke van de volgende dag eigenlijk het vrouwenkloostertje in het centrum van de stad. Na drie dagen Lhasa zijn we blij als we eindelijk op pad gaan. We hebben maar twee dagen buiten Lhasa, maar het landschap is ruig en indrukwekkend. Op de hoogste pas (5100m) worden we verrast door een dubbele, spierwitte (gratis) gletschjer! Dat maakt ons hele tripje naar Hailuogou weer goed.
In Shigatse (3860m) hebben we even tijd voordat we met onze gids gaan eten. We maken een ommetje naar het nep-Potala paleis dat ze hier hebben neergezet (alleen de muren, verder is het leeg) en komen zwetend en wel in het restaurantje naast ons hotel uit waar we een sandwich eten en twee meisjes helpen die morgen examen Engels hebben (ik weet niet of ze het gehaald hebben). Blijkbaar zijn Nepalese koks je-van-het, want we eten weer heerlijke Indiase curries. Nog een klein biertje op het stoepje voor het hotel voordat we onze zuurstofloze nacht ingaan.
De weg terug naar Lhasa voert nog door een prachtige kloof en we moeten af en toe wel stoppen want er wordt hier trajectcontrole uitgevoerd en met 70 rijd je al te snel. Als we de volgende morgen naar het vliegveld worden gebracht blijken alle wegen in Lhasa afgesloten voor de Panchen Lama. Gelukkig halen wel ons vliegtuig nog wel.
In Kunming slapen we in het populairste hostel en dat hebben we geweten. Voor een halve liter bier betaal je maar 50 cent en het is gezellig babbelen met andere reizigers. Voornamelijk zijn we laat naar bed gegaan en hebben we uitgeslapen. Een dag hebben we de niet indrukwekkende Western hill bekeken. Het interessantste was de manier van het in de bus stappen van de Chinezen: de deuren gaan open en iedereen probeert als eerste binnen te zijn, ook oude vrouwen en kinderen worden zonder pardon aan de kant geschoven. Deze hel attractie kost maar 1 Yuan (10 cent).
Maandagavond is voetbalavond. Het hostel heeft inmiddels een groot scherm geïnstalleerd en wij hebben een oranje petje gekocht. Gelukkig zijn er meer dutchies.
Vanuit Kunming maken we een uitstapje naar de Yuangyang-rijstterrassen, onze laatste hoogtepunt van China. Geen gekke wegopbrekingen, maar wel een prachtige rit. Vanuit het Photografers Hostel loop je zo de rijstvelden in (en dan ligt er wel eens een steen los en man wat gaat je schoen stinken van die klei). We maken te voet twee tochten en gaan nog met twee Aussies van 74 en 79 een dag op stap. Om half 5 op om de zonsopgang te zien (nou ja, niet echt door de wolken - en ook de zonsondergang was niet zo indrukwekkend), maar de rijstvelden liggen er prachtig bij met de kleur van jong groen en zijn indrukwekkend uitgestrekt. 's Winters schijnt het hier te wemelen van de Chinese toeristen, nu is het heerlijk rustig. En ondanks dat het onderkomen zeer basic is, is dit een prachtige afsluiting van onze reis door China. Morgen naar Laos.
Het eerste dat ons op- of beter overvalt is de hitte! Dat zijn we niet gewend vanuit China. Na de lunch in de beer garden vluchten we ons hotel in en gaan voetbalherhalingen kijken in onze koele aircokamer. Gelukkig speelt Nederland vroeg en zijn we voor de avondklok binnen. De twee Japannertjes met wie we de wedstrijd bekeken hebben keken wel heel beteuterd.
Om naar onze volgende bestemming te komen hebben we een busticket nodig naar Lak Sao, maar geen enkel hotel of reisbureautje kan ons hieraan helpen. Dus zit er niets anders op dan een fiets te huren en de 6 kilometer naar het busstation te fietsen. De fietsroute voert wel langs alle hoogtepunten van Vientiane (de triomfboog, een tempel en het koninklijk paleis). Puffend van de hitte horen we op het busstation dat je voor onze bus geen kaartjes van te voren kunt kopen, maar dat je gewoon om half 7 moet komen opdagen. Om de vraag of we dan de kans lopen dat de bus vol zit moeten ze hard lachen.
De bus zit bij lange na niet vol, dat is ook wel eens grappig. En ook vooral fijn omdat je dan niet naast elkaar hoeft te zitten in deze regular, dus ongeairconditionede, bus. Als we in Khoun Kham uitstappen hebben we geen idee welke kant we op moeten voor ons hotelletje. We worden gelukkig door de tuk-tuk-chauffeur gratis afgezet. Het hotel is niet zo mooi als de Lonely Planet ons heeft beloofd, maar het ligt wel heel rustig tussen het karstgebergte. Wel heet!
De attractie van deze omgeving is Kong Lo grot. Met een speedbootje scheur je over een rivier door een 7 kilometer lange grot. Wel moet je af en toe uitstappen, omdat het waterpeil niet zo hoog is. Dat is niet zo goed voor je schoenen (en die van mij stonken toch al). Dit ritje is tevens Koen's verjaardag, want voor de rest zitten we heel rustig met z'n tweetjes en een biertje in een verder leeg hotel...
Normaal gesproken reizen we in kleine stukjes, maar soms kom je dan iemand tegen die je ervan overtuigd dat je echt het hele stuk naar Pakse in 1 dag kunt doen. Eerst een regular bus, dan wachten op een kruispunt, achterin een tuk-tuk 100 kilometer verder scheuren, anderhalve kilometer door de hitte met je rugzak naar het busstation lopen en dan in de meest verschrikkelijke lokale bus tot nu toe terecht komen (deze bus was voor tweederde volgestouwd met zeep en shampoo, achterin, bovenop en in het gangpad - voor de rest werdenwe volgestouwd met mensen. Niet bevorderlijk voor iemand met claustrofobie), maar 11 uur later staan we inderdaad in onze prachtige kamer in het koloniaal/stijlvolle Pakse Hotel. En curry met een biertje erbij heeft zelden zo goed gesmaakt. We drinken nog een duur (1 euro 60) biertje op het dakterras van het hotel.
Na een verdiende rustdag maken we een tocht (heel luxe per auto) over het Bolaven-plateau. Dit gebied ligt op 1900 meter en heeft naast prachtige watervallen verschillende thee- en koffieplantages, en het is lekker koel! Ons tweede uitje naar Wat Phu is wat minder koel. Het is een letterlijk opwarmertje voor Angkor Wat, zelfde bouwstijl, zelfde hitte, alleen dan ook nog op een heuvel! Wel mooi en prachtig uitzicht over de rijstvelden en de Mighty Mekong rivier. Het is tijd om afscheid te nemen van ons mooie hotel.
Per minibus en bootje gaat het naar Don Khone, een van de vierduizend eilanden. En tot ons groot genoegen hebben we een prachtige kamer in een bungalow naast het oude ziekenhuis (al ziet het er volgens Koen meer als een treinstationnetje uit). We zijn hier neergestreken met Engelse Claire die we eerder bij Wat Phu hadden leren kennen. Het is het einde van haar vakantie en ze wil vooral rustig genieten en boekjes lezen. Met veel moeite laden we ons op om de twee kilometer lange fietstocht naar de waterval te maken, maar dan hebben we wel meteen alle attracties afgevinkt en mogen we achterover leunen. Drie dagen van volkomen rust, alleen verstoord door het gezellige bierdrinken met uitzicht over de Mekong...
Na deze heerlijke rust is het wel even schrikken om in Phnom Penh uit te komen, een vieze drukke stad met veel bedelaars en veel te veel tuk-yuk-chauffeurs. Voetbal kijken in een Nederlandse kroeg met 40 oranje gekleurde dutchies is wel een feest, zeker als we winnen van Brazilië. De tocht naar de Killing Fields en S21, de oude martelgevangenis van de Rode Khmer, is indrukwekkend. Het is bijna niet voor te stellen dat deze gruwelen nog maar zo kort geleden hebben plaatsgevonden. Je wilt dan ook graag alle landmijnslachtoffers helpen, maar het zijn er gewoon veel te veel.
De bus naar Battambang is niet heel luxe, maar hij doet er in plaats van 6 maar 5 uur over, dus wij klagen niet. Het onderkomen is een koloniaal riekend hotel, maar vreemd genoeg zijn er niet veel barretjes en restaurantjes in het dorp. We hadden het ons iets toeristischer voorgesteld wellicht.
We maken een tocht door de omgeving van Battambang achterop de motorfiets. Onze eerste hoogtepuntje is de bamboetrein. Dit is een bamboemat die op twee lopers rust met een motortje eraan. Hiermee scheuren de Cambodjanen over de oude treinrails. Het is enkel spoor, dus als er een 'trein' van de andere kant komt is het kijken wie het volst beladen is of wie er wint met de toss, want die trein mag op de rails blijven, terwijl de ander ontmanteld wordt en net zo makkelijk weer op de rails gezet wordt. Het is net een kermisattractie en je voelt je weer helemaal kind worden.
Hierna bezoeken we nog een tempel - waarom moet dat altijd bovenop een berg? - en de Killing Caves, een prachtige berg met verschillende grotten waar de Khmersoldaten onwillige burgers levend in gooiden en ze aan hun stervenslot overliet. Het uitzicht vanaf de top over het groene landschap is mooi en (nu) vredig. Cambodja roept tegenstrijdige gevoelens in een mens naar boven. Het land is druk en vies, maar ook mooi en het heeft een hartverscheurende geschiedenis. Wat moet je er toch van vinden?
Van Battambang gaan we per boot naar Siem Reap. Jammer dat die 6 uur ineens 9 uur zijn. Maar het boottochtje dat als een hete hel begint, wordt echt mooi als we boven op het dek kunnen zitten, omdat het zonnetje zich achter de wolken terugtrekt. Om ons heen zien we het leven in en op het water en als een van de toeries zijn mondharmonika erbij pakt, is het romantische plaatje compleet.
Siem Reap is volledig ingericht op toeristen. Veel restaurants en bars, voetbal kijken op straat met 100 andere (voornamelijk oranje gekleurde) fans, en tuk-tuk-chauffeurs die precies weten welke tempels je allemaal wilt bezoeken en vreemd genoeg niet eens veel geld vragen. De dag na de halve finale hebben we uitgeslapen, want we lagen pas om half 4 in bed.
Maar de volgende morgen worden we om half 5 opgehaald om de zonsopgang boven Angkor Wat te zien. Gaap, ja het is echt prachtig. Angkor is niet de mooiste tempel, maat iedereen kent het silhouette van Angkor. Andere tempels hebben mooiere sculpturen of zijn nog overwoekerd door de jungle wat ze een bijzonder karakter meegeeft. Al met al zijn we twee dagen zoet met het bekijken van al het moois voordat we met de bus naar Bangkok vertrekken.
Dat betekent om 10 voor 7 opgehaald worden, om 9 uur pas met de bus vertrekken, een makkelijke grensovergang zonder extra dollars hebben, weer wachten op de volgende bus, in een te volgepakt minibusje worden gepropt en om kwart voor 6 eindelijk in het hotel te zijn. Maar we zijn in Bangkok. Nu nog even een plekje vinden om vannacht de finale te kijken. Hup Holland Hup!
De uitslag is bekend, de teen van Iker zal ons nog lang bijblijven. We haasten ons richting Ko Chang want daar ontmoeten we Henk, Jose en Kim, vers overgekomen uit Nederland. Om nog een paar dagen te relaxen op een Bounty-eiland.